Inleiding

Shiatsu (shi = vinger, atsu = druk) is een massagemethode die onder andere is ontwikkeld in Japan door Tokujiro Namikoshi, en later door zijn zoon Toru Namikoshi.  Deze methode, een comibatie van acupressuur en manuele technieken is gebaseerd op westerse kennis over anatomie en fysiologie, maar niet op de westerse vormen van therapie. het wordt toegepast op specifieke punten op het lichaam en energiebanen, de meridianen. Elke meridiaan stemt overeen met een belangrijk orgaan in het lichaam. De drukpunten corresponderen met spieren, botten, bloedvaten, zenuwen, lymfevaten en endocriene klieren. De masseur gebruikt duimen, handpalmen, en vingers om druk uit te oefenen op bepaalde plaatsen op het lichaam. Hierbij wordt door de behandelaar niet met spierkracht gewerkt maar wordt het eigen lichaamsgewicht gebruikt om druk uit te oefenen.

Het doel van shiatsu is het herstellen van de energiestroom te herstellen en zo blokkades hierin op te heffen. Met Shiatsu worden ook de gebieden grenzend aan de drukpunten gemasseerd, zodat spieren en gewrichten hierdoor worden beinvloed. Shiatsu bevordert het zelfhelend vermogen van het lichaam.

bron afbeelding

Effecten

Enkele effecten van Shiatsu zijn o.a.:

  • bevorderen van de spijsvertering
  • spieren soepeler maken
  • verbeteren van de lymfe- en bloedcirculatie
  • verhogen van het energieniveau
  • verhogen van de vitaliteit
  • postief effect op klachten als rugpijn, migraine en whiplash.