Inleiding
Voor sporters bestaat er tijdens een training of wedstrijd altijd een risico om een acute blessure op te lopen. Zo liep Arjen Robben in aanloop naar het WK in 2012 een acute hamstring blessure op tijdens een voetbalwedstrijd. Daarnaast kan het ook zo zijn dat kleine pijntjes in de tijd steeds nadrukkelijker aanwezig zijn. Denk bijvoorbeeld aan een hardloper met langdurige kuitklachten of een tennisser met pijnklachten in de schouder. Voor beide gevallen geldt dat er een disbalans is in de belasting en belastbaarheid. De belasting wordt bepaald door de krachten die op het lichaam werken. De belastbaarheid is de mate waarin specifieke structuren in het lichaam zich kunnen wapenen tegen deze externe krachten. Er zijn vele factoren die invloed kunnen uitoefenen op de belastbaarheid van bijvoorbeeld een spier in het lichaam. Eén van deze factoren is voeding. De mate van hydratatie (vochthuishouding) en de glycogeenvoorraad (hoeveelheid koolhydraten opgeslagen in de spieren) zijn twee voorbeelden die te beïnvloeden zijn met adequate voeding. Om meer inzicht te krijgen in waarom deze factoren invloed hebben op het ontstaan of in stand houden van blessures, is het belangrijk om de onderliggende mechanismen van de spierfunctie te begrijpen. Dit kan uiteindelijk bijdragen aan het voorkomen of verhelpen van een blessure. In dit artikel gaan we dieper in op de werking van het actieve deel van de spier en de daarbij behorende factoren die beïnvloedbaar zijn met voeding.
Het nuttigen van voeding is dé manier om het lichaam van energie te voorzien. Deze energie wordt gebruikt om voort te bewegen en om allerlei processen in het lichaam te laten plaatsvinden. Hierbij kan gedacht worden aan het opbouwen van spiermassa nadat er afbraak heeft plaatsgevonden tijdens een fysieke inspanning of in rust. In deze situatie zijn er specifieke voedingsstoffen nodig om dit te bewerkstelligen. Daarnaast zijn er ook voedingsstoffen nodig die niet verbruikt maar gebruikt worden. Specifieke mineralen zijn nodig om bijvoorbeeld de zenuwgeleiding en spiercontracties te laten plaatsvinden. Zowel het opbouwen van lichaamscellen als het functioneren van lichaamsprocessen kan positief en negatief beïnvloed worden met voeding. In het bijzonder bij een spierblessure zijn er specifieke aandachtspunten om het herstel optimaal te kunnen laten verlopen. In dit artikel worden drie belangrijke elementen vanuit de voedingsleer besproken, namelijk de functie van eiwitten, mineralen en vocht in het lichaam.
Na de uiteenzetting over de spierfunctie en voedingsleer slaan we de brug naar de praktijk. Er worden voor de sportmasseur handvatten aangereikt door antwoord te geven op de volgende vraag: hoe kan de sportmasseur signaleren dat voeding een belemmerende factor kan zijn voor het herstel van een spierblessure?